Samenwerkingsovereenkomst met Parteon

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST STICHTING PARTEON 
EN VERENIGING HUURDERSPLATFORM PARTEON
ARTIKEL 1: BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Verhuurder: Stichting Parteon te Zaanstad 
Huurder: Degene die een huur- of gebruikerscontract heeft afgesloten met 
 verhuurder. 
 Onder huurder wordt mede verstaan: 
a. de medehuurder in de zin van de artikelen 7:266 en 7:267 van 
het Burgerlijk Wetboek; 
b. degene, die de woongelegenheid met toestemming van 
verhuurder huurt van een huurder die deze huurt van de 
verhuurder. 
Bewoner: Onder bewoner wordt, naast de huurder, verstaan degene die met 
instemming van de huurder zijn hoofdverblijf in de gehuurde 
woongelegenheid heeft en daarmee een gezamenlijke huishouding 
voert. 
 
Bewonerscommissie: Een bewonerscommissie is een organisatie, bestaande uit tenminste 
drie huurders of bewoners en dus woonachtig in een wooncomplex 
of complexcluster, die aannemelijk kan maken aan het bestuur van 
verhuurder dat zij de belangen van een aanzienlijk aantal bewoners 
van woongelegenheden van verhuurder uit een wooncomplex, buurt 
of wijk vertegenwoordigt. 
Complexvertegenwoordiger: Een complexvertegenwoordiger is een huurder of bewoner die 
a. woonachtig is in een complex waar geen bewonerscommissie 
actief is; 
b. aan de hand van schriftelijke verklaringen van tenminste 5% van 
de huurders van tot dat complex horende woningen kan aantonen 
dat hij de steun van de huurders geniet om als contactpersoon 
namens het desbetreffende complex naar de verhuurder op te 
treden; 
c. open staat voor de vorming van een bewonerscommissie voor het 
betreffende complex. 
Overige participatievormen: Overige participatievormen zijn, zonder dat zij 
huurdersvertegenwoordigers zijn, gesprekspartner voor verhuurder 
rondom concrete projecten of thema’s op het gebied van 
leefbaarheid in en rondom het complexen en/of de buurt en/of de 
wijk. Gezien hun doelstelling zijn ze kortdurend en project- of 
thema gebonden van karakter. 
Huurdersorganisatie/
Huurdersplatform Parteon
De Vereniging Huurdersplatform Parteon. 
2
Informatierecht: Houdt in dat de verhuurder verplicht is het Huurdersplatform 
Parteon en/of de bewonerscommissie actief of passief tijdig van 
informatie te voorzien. De onderwerpen waarop dat betrekking 
heeft en de bijbehorende werkwijze zijn uitgewerkt in deze 
overeenkomst. 
Gekwalificeerd adviesrecht: Houdt in dat de verhuurder verplicht is het Huurdersplatform 
Parteon en/of de bewonerscommissie actief en vooraf om advies te 
vragen. Verhuurder kan alleen gemotiveerd van het advies 
afwijken. De onderwerpen waarop dat betrekking heeft en de 
bijbehorende werkwijze zijn uitgewerkt in deze overeenkomst. 
Instemmingsrecht: Houdt in dat de verhuurder verplicht is hierover instemming te 
bereiken met het Huurdersplatform Parteon. De onderwerpen 
waarop dit betrekking heeft en de bijbehorende werkwijze zijn 
uitgewerkt in deze overeenkomst. 
Overlegrecht: 
Houdt in dat Huurdersplatform Parteon en/of de bewonerscommissie 
in bepaalde situaties de verhuurder kunnen vragen met hen te 
overleggen. Dit overleg kan op verschillende manieren plaatsvinden: 
• Jaarlijks: de verhuurder moet minimaal 1 keer per jaar 
overleggen met het Huurdersplatform Parteon en 
bewonerscommissie. 
• Op verzoek: het Huurdersplatform Parteon of 
bewonerscommissie kan de verhuurder vragen met hen te 
overleggen. Dit overleg gaat over de informatie die de 
verhuurder heeft gegeven op grond van het informatierecht. 
• Bij beleidswijzigingen: de verhuurder moet met het 
Huurdersplatform Parteon en bewonerscommissie overleggen als 
zij het beleid of het beheer wil veranderen. 
Agenderingsrecht: 
Houdt in dat het Huurdersplatform Parteon en/of de 
bewonerscommissie onderwerpen op de overlegagenda kunnen 
zetten. Ook hebben de verhuurder, Huurdersplatform Parteon en 
bewonerscommissie het recht deskundigen uit te nodigen deel te 
nemen aan overleg met de verhuurder. 
ARTIKEL 2: DOELSTELLING
Het doel van participatie is het optimaliseren van het woongenot door instandhouding en/of 
verbetering van de kwaliteit van de woningen, de woonomgeving en het leefklimaat. 
Dit kan vorm krijgen door het onderhouden van een goede relatie tussen huurders en verhuurder en 
in het bijzonder door het betrekken van huurdersvertegenwoordigers bij de besluitvorming over 
beleid en beheer. 
3
ARTIKEL 3: ERKENNING EN REPRESENTATIVITEIT
3.1. Het Huurdersplatform Parteon
Het Huurdersplatform Parteon wordt door de verhuurder erkend als participant voor wat betreft het 
beheer en beleid van de verhuurder als geheel, op voorwaarde dat en zolang: 
a. het bestuur wordt gekozen of aangewezen door en uit de huurders die zij vertegenwoordigt; 
b. zij de huurders op de hoogte houdt van haar activiteiten en hen betrekt bij haar 
standpuntbepaling; 
c. zij ten minste eenmaal per jaar een bijeenkomst uitschrijft voor de huurders, daarin 
verantwoording aflegt van haar activiteiten in het verstreken jaar en haar plannen bespreekt 
voor het eerstvolgende jaar. Vaststellen van deze plannen gebeurt door de leden. 
d. zij alle huurders van de woongelegenheden of wooncomplexen, waarvoor zij de belangen 
behartigt, in de gelegenheid stelt om zich aan te sluiten. 
3.2. Bewonerscommissies
Een bewonerscommissie wordt door de verhuurder erkend als participatiepartner over het beheer en 
beleid van de verhuurder betreffende haar complex of buurt, indien zij aangeeft als 
bewonerscommissie te willen functioneren en op voorwaarde dat en zolang: 
a. haar leden worden gekozen of aangewezen uit en door de huurders en bewoners uit 
het complex dat zij zegt te vertegenwoordigen; 
b. waarbij per verhuureenheid slechts één persoon als commissielid is gekozen of 
aangewezen; 
c. iedere huurder of bewoner, die door de bewonerscommissie of huurdersorganisatie 
wordt vertegenwoordigd, regelmatig op de hoogte wordt gehouden van haar 
activiteiten en deze huurders en bewoners betrekt bij haar standpuntbepaling; 
d. alle huurders en bewoners die door de bewonerscommissie worden 
vertegenwoordigd ten minste één maal per jaar worden uitgenodigd voor een 
vergadering waarop de bewonerscommissie verantwoording aflegt over haar 
activiteiten in het voorafgaande jaar en ten minste één maal per jaar voor een 
vergadering waarop de bewonerscommissie haar plannen voor het komende jaar 
bespreekt en vaststelt; 
e. zij alle huurders en bewoners van de woongelegenheden, complexen of werkgebied, voor wie 
zij de belangen behartigt, in de gelegenheid stelt om zich bij haar aan te sluiten. 
3.3 Overige participatievormen 
Overige participatievormen kunnen door de verhuurder project- of themagericht en/of voor korte 
duur worden ingezet. In tegenstelling tot bewonerscommissies ligt het accent op een tijdelijke functie 
als klankbord en/of werkgroep. We herkennen en erkennen deze participatievormen onder andere 
in: 
- (tijdelijke) werkgroepen vanwege onderhoud van het wooncomplex; 
- complexvertegenwoordigers; 
- permanente werkgroepen; 
- digitale participatievormen zoals het Parteon Panel. 
3.3.1 Overige participatievormen en bewonerscommissies 
Als er al een bewonerscommissie actief is dan worden onderwerpen, als bedoeld onder 3.3., in een 
andere participatievorm opgepakt nadat hierover overleg heeft plaatsgevonden met de reeds 
aanwezige bewonerscommissie. 
4
3.4. Breed participatienetwerk
1. De verhuurder en het Huurdersplatform Parteon streven beide naar een breed 
participatienetwerk. Ze kunnen daartoe gezamenlijk doelstellingen en acties formuleren. 
2. De verhuurder draagt er zorg voor dat door bewoners van haar woongelegenheden in het leven 
geroepen bewonerscommissies en overige participatievormen, de werkzaamheden die met hun 
taak verband houden, kunnen verrichten. 
ARTIKEL 4: FINANCIËLE REGELINGEN
4.1. Huurdersplatform Parteon 
1. Het Huurdersplatform Parteon stelt jaarlijks in november een begroting op voor het komende 
boekjaar. Verhuurder neemt kennis van deze begroting en stelt op basis daarvan in onderling 
overleg haar bijdrage vast. 
De begroting zal in ieder geval bevatten: 
a. de financiering van de organisatie en de activiteiten van het Huurdersplatform Parteon; 
b. de kosten van een opleidingsprogramma voor leden van het Huurdersplatform Parteon; 
c. de kosten van contributies aan lokale, regionale en/of landelijke bewonersorganisaties; 
d. de kosten voor het incidenteel inhuren van ondersteuning of advisering door externe 
deskundigen. 
e. kosten verbonden aan het op de hoogte houden van de huurders inzake haar activiteiten 
en het betrekken van huurders bij haar standpuntbepaling. 
2. De verhuurder is slechts verplicht tot betaling van de in het eerste lid bedoelde kosten, indien 
het Huurdersplatform Parteon, voorafgaande aan het kalenderjaar waarop de kosten 
betrekking hebben, een begroting van deze kosten heeft ingediend; 
3. Jaarlijks legt het Huurdersplatform Parteon aan de verhuurder verantwoording af over de 
besteding van het door de verhuurder beschikbaar gestelde bedrag door middel van zowel een 
financieel als een beredeneerd verslag. Deze verslagen dienen uiterlijk de derde maand na het
eind van het voorgaande boekjaar door het Huurdersplatform Parteon aan verhuurder te 
worden toegezonden. Niet gebruikte middelen vloeien in principe terug naar de verhuurder. 
4. Het is het Huurdersplatform Parteon toegestaan om jaarlijks 10% van de begroting te 
reserveren voor speciale activiteiten. 
4.2. Bewonerscommissie 
1. Verhuurder stelt bewonerscommissies in staat hun werkzaamheden op een goede wijze uit te 
voeren. Daartoe stelt zij financiële middelen ter beschikking. Het is mogelijk in aanmerking te 
komen voor reguliere middelen (functioneringskosten) alsmede projectkosten. Wanneer 
Parteon een vergadering met de bewonerscommissie belegt, stelt Parteon een vergaderruimte 
daarvoor beschikbaar, tenzij de bewonerscommissie dit niet nodig of wenselijk vindt. 
2. De hoogte van de bijdrage in de functioneringskosten is afhankelijk van de grootte van het 
complex. Een toelichting hierop is als bijlage opgenomen. 
3. Projectkosten worden ter beschikking gesteld op basis van een projectbegroting, ingediend 
door de bewonerscommissie. De criteria waaraan getoetst wordt of middelen ter beschikking 
kunnen worden gesteld, worden in overleg tussen Huurdersplatform Parteon en verhuurder 
separaat schriftelijk vastgelegd; 
4. Over de hoogte van de bijdrage voor de functioneringskosten en projectkosten, de wijze 
waarop voor de bewonerscommissie rekeningen worden geopend en worden beheerd, kosten 
worden uitbetaald en de voorwaarden waaronder en de hoogte tot waar mag worden gespaard, 
worden separate schriftelijke afspraken gemaakt tussen Huurdersplatform Parteon en 
verhuurder. 
5. Jaarlijks wordt door de bewonerscommissie verantwoording afgelegd over de besteding van 
het door de verhuurder beschikbaar gestelde bedrag (functioneringskosten en indien van 
toepassing projectkosten) door middel van een beknopt beredeneerd verslag van de 
5
activiteiten en een financieel verslag. Deze verslagen worden uiterlijk de tweede maand na het 
einde van het voorgaande boekjaar door de bewonerscommissie aan verhuurder toegezonden. 
 
4.3. Overige participatievormen 
1. Verhuurder stelt de overige participatievormen in staat hun werkzaamheden uit te voeren. Dat 
doet zij door het beschikbaar stellen van een budget op basis van een projectbegroting. In 
overleg worden afspraken gemaakt over beheer en verantwoording van dat budget. 
2. De criteria waaraan getoetst wordt of middelen ter beschikking kunnen worden gesteld worden 
in overleg tussen het Huurdersplatform Parteon en verhuurder separaat schriftelijk vastgelegd. 
ARTIKEL 5: NIVEAUS VAN PARTICIPATIE
Er wordt een drietal participatieniveaus onderscheiden: 
- de individuele huurder; 
- de bewonerscommissie op complex- of gebiedsniveau, overige participatievormen zoals 
complexvertegenwoordigers en (tijdelijke) werkgroepen; 
- het Huurdersplatform Parteon op corporatieniveau. 
ARTIKEL 6: PARTICIPATIE OP NIVEAU HUURDERSPLATFORM PARTEON
6.1. Informatie op verzoek van het Huurdersplatform Parteon 
1. De verhuurder informeert bij bestaand beleid het Huurdersplatform Parteon op verzoek 
zo spoedig mogelijk schriftelijk over zijn beleid, dat rechtstreeks te maken heeft met de 
woongelegenheden of wooncomplexen en de woonomgeving daarvan, dat van invloed 
is op de directe woon- en leefsituatie van de huurders en dat voor hen van wezenlijk 
belang kan zijn; 
2. Dit recht op informatie omvat in elk geval informatie over de volgende onderwerpen: 
a. het in stand houden van en het treffen van voorzieningen aan woongelegenheden en de 
direct daaraan grenzende omgeving; 
b. het realiseren van vervangende nieuwbouw en nieuwbouw binnen bestaande woongebieden en het slopen van woningen; 
c. het toewijzing- en verhuurbeleid; 
d. de door de verhuurder in het algemeen te hanteren voorwaarden van de overeenkomst 
van huur en verhuur; 
e. het beleid inzake de huurprijzen; 
f. de samenstelling, het kwaliteitsniveau en de prijs van het door de verhuurder aan te 
bieden pakket van diensten die rechtstreeks verband houden met de bewoning, het 
betrekken van een woongelegenheid en het huisvesten van personen; 
g. het beleid inzake de leefbaarheid in de buurten en wijken waar de woongelegenheden 
van verhuurder gelegen zijn; 
h. het beleid ten aanzien van het beheer van woningen, de centrale voorzieningen en 
installaties; 
i. verordeningen, reglementen en statuten die gelden ten aanzien van de verhuurder; 
j. beschikkingen, besluiten en algemene beleidsinformatie op het gebied van de volkshuisvesting van de gemeente, samenwerkingsverbanden van overheden en/of woningcorporaties, die voor de gezamenlijke huurders en bewoners van de verhuurder van 
belang zijn; 
k. het volkshuisvestingsverslag, de jaarrekening, het jaarplan en de begroting; 
l. de overzichten van de begroting en van de verrekening van de bijkomende kosten; 
m. de jaarlijkse onderhoudsbegroting; 
6
n. het jaarlijkse programma van uit te voeren onderhouds- en verbeteringsprojecten; o. het 
voorraadbeleid; 
p. relevante stukken met betrekking tot het te voeren huurprijsbeleid van de verhuurder;
q. leefbaarheid; 
r. huisvesting ouderen en gehandicapten en mensen die zorg nodig hebben;
s. renovatie; 
t. fusie van verhuurders; 
u. aan- en verkoopbeleid; 
v. uitspraken van de klachtencommissie van de verhuurder; 
w. de beoogde inhoud van de prestatieafspraken met de gemeente. 
De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor de verstrekking van informatie 
waartegen het bedrijfsbelang van de verhuurder zich verzet; 
3. De verhuurder en het Huurdersplatform Parteon kunnen, onverminderd het tweede lid, 
schriftelijk nadere afspraken maken over de onderwerpen, waarover informatie wordt 
gegeven. Tevens kunnen de verhuurder en het Huurdersplatform Parteon afspraken maken 
over het vertrouwelijk behandelen van stukken; 
4. Indien het Huurdersplatform Parteon de verhuurder te kennen heeft gegeven, overleg met 
hem te willen voeren over de verstrekte informatie, stelt de verhuurder het Huurdersplatform 
Parteon daartoe in de gelegenheid. 
6.2. Informatie door verhuurder “eigener beweging” aan het Huurdersplatform Parteon 
1. De verhuurder informeert bij voorgenomen beleid het Huurdersplatform Parteon eigener
beweging schriftelijk over zijn voornemens tot wijzigingen in het door hem gevoerde beleid 
op bedrijfsniveau, bedoeld in het tweede lid van artikel 6.1. en met betrekking tot de 
onderwerpen zoals genoemd in het participatieschema in de bijlage. Elk jaar wordt aan de 
hand van een gezamenlijk op te stellen jaaragenda de te delen lijst met onderwerpen bepaald; 
2. De verhuurder geeft daarbij aan, wat de beweegredenen zijn voor zijn voornemens en welke 
gevolgen daaruit voor de huurders voortvloeien; 
3. De verhuurder en het Huurdersplatform Parteon kunnen, onverminderd het tweede lid, 
schriftelijk nadere afspraken maken over de onderwerpen, waarover informatie wordt 
gegeven; 
4. Indien het Huurdersplatform Parteon de verhuurder te kennen heeft gegeven, overleg met 
hem te willen voeren over de verstrekte informatie, stelt de verhuurder de Huurdersplatform 
Parteon daartoe in de gelegenheid. 
6.3. Gekwalificeerd adviesrecht Huurdersplatform Parteon 
1. Met betrekking tot de in bijlage 1 (participatieschema) opgenomen onderwerpen wordt aan 
het Huurdersplatform Parteon gekwalificeerd adviesrecht verleend; 
2. De verhuurder voert een voornemen tot vaststelling of wijziging in het door hem gevoerde 
beleid, bedoeld in het eerste lid van artikel 6.3 niet uit dan nadat hij binnen een door hem aan 
te geven periode van ten minste zes weken na het verstrekken van voldoende en duidelijke 
informatie het Huurdersplatform Parteon in staat heeft gesteld met hem over de verstrekte 
informatie overleg te voeren, een standpunt in te nemen en indien het Huurdersplatform 
Parteon dat wenst, daarover een schriftelijk advies uit te brengen. In onderling overleg kan 
besloten worden deze termijn te verlengen met een gezamenlijk overeengekomen periode; 
3. Binnen twee weken na ontvangst van een schriftelijk advies als bedoeld in het vorige lid 
deelt de verhuurder, indien hij het advies geheel of gedeeltelijk niet volgt, schriftelijk aan 
het Huurdersplatform Parteon de redenen daarvoor mee. Blijft een reactie achterwege 
dan gaat het Huurdersplatform Parteon ervan uit dat de verhuurder haar advies heeft 
overgenomen;
4. De verhuurder kan zijn voornemen uitvoeren: 
a. na ontvangst van een schriftelijke mededeling van het Huurdersplatform Parteon dat 
deze geen bezwaar heeft tegen het voornemen; 
b. nadat de door de verhuurder gestelde termijn, bedoeld in lid twee is verstreken; 
7
c. drie dagen nadat een schriftelijke mededeling als bedoeld in lid drie door het 
Huurdersplatform Parteon is ontvangen. 
6.4. Instemmingsrecht Huurdersplatform Parteon 
1. Met betrekking tot de in het schema van bijlage 1 (participatieschema) genoemde 
onderwerpen wordt aan het Huurdersplatform Parteon instemmingsrecht verleend; 
2. De verhuurder zal over genoemde onderwerpen geen besluit nemen, dan wel tot uitvoering 
overgaan, alvorens daarover overeenstemming is bereikt met het Huurdersplatform Parteon; 
3. De verhuurder neemt het initiatief tot dit, voor het bereiken van overeenstemming, 
noodzakelijke overleg; 
4. Indien de verhuurder niet het instemmingsrecht toepast door aan hem verwijtbare oorzaken, 
is het besluit vernietigbaar. 
6.5. Informatie door het Huurdersplatform Parteon 
Het Huurdersplatform Parteon zal tenminste de volgende schriftelijke informatie ter beschikking 
stellen aan de verhuurder: 
a. de statuten en de reglementen van het Huurdersplatform Parteon; 
b. de namen en adressen van de bestuursleden;
c. eenmaal per jaar een overzicht van de ledenaantallen, bij voorkeur naar de diverse wijken;
d. het jaarverslag en de jaarrekening;
e. werkplan en begroting.
ARTIKEL 7: PARTICIPATIE OP NIVEAU BEWONERSCOMMISSIES
7.1. Informatie op verzoek aan de bewonerscommissie 
1. De verhuurder informeert op verzoek de bewonerscommissie over de onderwerpen genoemd 
in artikel 6.1 lid 2 en de onderwerpen genoemd in de bijlage (participatieschema) voor zover 
die onderwerpen op hun werkgebied (wooncomplex) betrekking hebben. 
7.2. Informatie door verhuurder “eigener beweging” aan de bewonerscommissie 
1. De verhuurder informeert de bewonerscommissie eigener beweging schriftelijk over zijn 
voornemens tot wijzigingen in het door hem gevoerde beleid of beheer, bedoeld in het tweede 
lid van artikel 6.1. en met betrekking tot de onderwerpen zoals genoemd in het 
participatieschema in de bijlage. 
7.3. Gekwalificeerd adviesrecht bewonerscommissie 
1. Met betrekking tot de onderwerpen genoemd in bijlage 1 (participatieschema) wordt aan een 
bewonerscommissie gekwalificeerd adviesrecht verleend; 
2. De verhuurder voert een voornemen tot vaststelling of wijziging in het door hem gevoerde 
beleid op complexniveau, voor zover vastgelegd in het participatieschema van bijlage 1 niet 
uit dan nadat hij binnen een door hem aan te geven periode van ten minste zes weken na het 
verstrekken van voldoende en duidelijke informatie de bewonerscommissie in staat heeft 
gesteld met hem over de verstrekte informatie overleg te voeren, een standpunt in te nemen 
en indien de bewonerscommissie dat wenst, daarover een schriftelijk advies uit te brengen; 
3. Binnen twee weken na ontvangst van een schriftelijk advies als bedoeld in het vorige lid deelt 
de verhuurder, indien hij het advies geheel of gedeeltelijk niet volgt, schriftelijk aan de 
bewonerscommissie de redenen daarvoor mee. Blijft een reactie achterwege dan gaat de 
bewonerscommissie ervan uit dat de verhuurder haar advies heeft overgenomen; 
8
4. De verhuurder kan zijn voornemen uitvoeren: 
a. na ontvangst van een schriftelijke mededeling van de bewonerscommissie dat deze geen 
bezwaar heeft tegen het voornemen; 
d. nadat de door de verhuurder gestelde termijn, bedoeld in lid twee, is verstreken; 
e. drie dagen nadat een schriftelijke mededeling als bedoeld in lid drie door de 
bewonerscommissie is ontvangen. 
ARTIKEL 8: PARTICIPATIE OP NIVEAU VAN OVERIGE PARTICIPATIEVORMEN
8.1. Informatie aan overige participatievormen 
1. Verhuurder informeert de leden van deze participatievormen over onderwerpen die voor de 
uitvoering van hun concrete werkzaamheden van belang zijn; 
2. Overige participatievormen hebben dezelfde rechten als formele bewonerscommissies. 
Hiermee hebben overige participatievormen en bewonerscommissies dezelfde mogelijkheden 
om invloed uit te oefenen; 
3. Uitkomsten van een raadpleging onder het digitaal huurderspanel Parteon Panel zijn onderwerp 
van gesprek tussen Parteon en het Huurdersplatform Parteon. Het Parteon Panel kan door 
Parteon en het Huurdersplatform Parteon geraadpleegd worden bij beleidsvoornemens of –
wijzigingen. 
ARTIKEL 9: DIVERSE OVERLEGVORMEN 
9. 1 Overleg tussen verhuurder en Huurdersplatform Parteon 
1. Tenminste vier maal per jaar vindt overleg plaats tussen het bestuur van het Huurdersplatform 
Parteon en verhuurder. Voorts vindt overleg plaats wanneer verhuurder of het bestuur van het 
Huurdersplatform Parteon dit wenselijk acht. De agenda wordt door verhuurder en het bestuur 
van het Huurdersplatform Parteon gezamenlijk opgesteld en door verhuurder minimaal twee 
weken voor de overlegdatum verspreid. Het verslag van deze vergaderingen wordt opgesteld 
door verhuurder en zal binnen twee weken na afloop van de vergadering aan de deelnemers 
worden toegezonden. Bij het verslag zal een afsprakenlijst met afhandelingstermijn worden 
gevoegd. Het verslag zal in het opvolgende overleg ter vaststelling worden voorgelegd;
2. Bij bestuursvergaderingen van het Huurdersplatform Parteon wordt, naar gelang de agenda 
en het onderwerp, besloten welke medewerker van Parteon aanwezig dient te zijn. 
De agenda wordt door verhuurder en het bestuur van het Huurdersplatform Parteon 
gezamenlijk opgesteld. Het Huurdersplatform Parteon zal tenminste drie weken voor de 
bijeenkomst alle partijen een uitnodiging met bijbehorende stukken doen toekomen waarin 
plaats, tijdstip en een agenda staan vermeld van de bijeenkomst. Deze bijeenkomst staat 
onder voorzitterschap van het bestuur van verhuurder. Het verslag wordt verzorgd door het 
Huurdersplatform Parteon;
3. Tweemaal per jaar vindt een bijeenkomst plaats tussen de werkgroep Participatie van het 
Huurdersplatform Parteon en verhuurder in het kader van de uitvoering van het 
participatiebeleid. De agenda wordt door verhuurder en de werkgroep Participatie gezamenlijk 
opgesteld en door verhuurder minimaal twee weken voor de overlegdatum verspreid. Het 
verslag van deze vergaderingen wordt opgesteld door verhuurder en zal binnen twee weken 
na afloop van de vergadering aan de deelnemers worden toegezonden. 
4. In het overleg genoemd onder lid 1 wordt verhuurder vertegenwoordigd door de directeur 
bestuurder. In het overleg genoemd onder lid 2 door de bestuurder en/of een door hem aan 
te wijzen medewerker. In het overleg onder lid 3 door medewerkers die verantwoordelijk zijn 
voor en te maken hebben met participatie van huurders; 
5. Er vindt in ieder geval overleg plaats als onderwerpen aan de orde zijn waarover het 
Huurdersplatform Parteon een advies dient uit te brengen. Het initiatief tot dat overleg zal dan 
van verhuurder uitgaan; 
6. Het Huurdersplatform Parteon kan zich in het overleg laten bijstaan door adviseurs. 
9
9.2. Overleg tussen verhuurder en bewonerscommissie/overige participatievormen 
1. De bewonerscommissie/overige participatievorm bepaalt in samenspraak met een 
medewerker van de verhuurder wanneer zij overleg wenst te plegen met verhuurder. 
Bewonerscommissies mogen zich laten bijstaan door leden van het Huurdersplatform 
Parteon of andere adviseurs;
2. In het overleg wordt verhuurder vertegenwoordigd door medewerkers van verhuurder die 
in voorkomende gevallen bijgestaan kunnen worden door adviseurs;
3. De bewonerscommissie heeft het recht om onderwerpen op de overlegagenda te plaatsen. 
ARTIKEL 10: RELATIE TUSSEN HUURDERSPLATFORM PARTEON EN RAAD VAN 
COMMISSARISEN
1. Het Huurdersplatform Parteon stelt een reglement op om te komen tot een 
bindende voordracht van twee kandidaten voor de Raad van Commissarissen van 
verhuurder, die het vertrouwen van de bewoners genieten en door de Raad van 
Commissarissen van verhuurder benoemd zullen worden op de kwaliteitszetels van 
de bewoners conform artikel 11 van de statuten van de verhuurder. De kandidaten 
dienen bij voorkeur afkomstig te zijn uit de kringen van de huurders van woningen 
van verhuurder; 
2. Eenmaal per jaar vindt er een overleg plaats tussen de Raad van Commissarissen 
van de verhuurder en het bestuur van het Huurdersplatform Parteon; 3. Het overleg 
heeft een overwegend meningsvormend karakter. 
ARTIKEL 11: GESCHILLENREGELING INZAKE HET PARTICIPATIEREGLEMENT
1. In het geval waarin geschillen ontstaan tussen een overige participatievorm of een 
bewonerscommissie of het Huurdersplatform Parteon en verhuurder over de uitvoering van dit 
reglement, zowel inhoudelijk als procedureel, spannen partijen zich gezamenlijk in tot een 
oplossing te komen waar partijen zich in kunnen vinden. Wanneer een oplossing uitblijft, kan 
de bewonerscommissie of het Huurdersplatform Parteon het geschil, aan een gezamenlijk 
gekozen mediator dan wel de Landelijke Geschillencommissie voorleggen. 
ARTIKEL 12: LOOPTIJD EN WIJZIGING VAN DE 
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt in werking met ingang van 
ondertekening van de overeenkomst. 
2. Elke twee jaar, of zoveel eerder een of beide partijen daar reden voor heeft/hebben, zullen 
overeenkomst, aard en inhoud van het overleg worden geëvalueerd. 
3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd als partijen hierover overeenstemming hebben 
bereikt. De wijziging(en) word(t)(en) schriftelijk vastgelegd en ondertekend door partijen.
4. Partijen kunnen deze overeenkomst opzeggen. Voordat de overeenkomst kan worden 
opgezegd, zal er overleg tussen partijen plaatsvinden. Eenzijdige opzegging geschiedt 
schriftelijk en gelet op de inhoud en strekking van deze overeenkomst met redenen omkleed 
en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal zes maanden. 
5. De ernst van de reden tot opzegging moet de opzegging rechtvaardigen. 
10
ARTIKEL 13: SLOTBEPALING
1. In gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, besluiten verhuurder en bestuur van het 
Huurdersplatform Parteon gezamenlijk. 
Schema onderwerpen en bevoegdheden 
In het onderstaande schema staan onder a. tot en met l. de onderwerpen die de ‘Wet op het overleg 
huurders verhuurder’ (Overlegwet) in artikel 3, lid 2 noemt in verband met het informatie-, overlegen adviesrecht van de huurdersorganisatie en bewonerscommissie. Het getal in de rechterkolommen 
geeft aan welke bevoegdheid (zie Legenda) de huurdersorganisatie/ het Huurdersplatform Parteon 
(A) en de bewonerscommissie (B) bij deze onderwerpen wettelijk heeft. 
Daarnaast staan in het schema nog enkele andere onderwerpen (waaronder huurdersraadpleging, 
zienswijze bij verkoop en verbindingen en visitatie) die niet in de Overlegwet worden genoemd, maar 
waarop huurdersorganisaties in de corporatiesector dankzij de Woningwet 2015 ook (of meer) 
bevoegdheden hebben gekregen. 
De nadere specificatie van de onder a. tot en met l. genoemde ‘wettelijke’ onderwerpen is de 
interpretatie van de Woonbond van deze onderwerpen. De opsomming van (deel)onderwerpen geeft 
aan welke concrete thema’s volgens de Woonbond bij de nogal abstract geformuleerde wettelijke 
onderwerpen horen. Deze thema’s horen in de visie van de Woonbond in de 
samenwerkingsovereenkomst te worden opgenomen. 
De getallen die bij elk onderdeel in de rechterkolommen staan, geven de bevoegdheid aan die de 
huurdersorganisatie/ het Huurdersplatform Parteon en bewonerscommissie bij elk van deze thema’s 
naar het oordeel van de Woonbond dienen te hebben. 
Getekend te Wormerveer op 30 augustus 2018,

K. Cornelissen
 voorzitter Huurdersplatform Parteon
 
H. Platte
 directeur-bestuurder Parteon